Porseleinfabriek Weesp

Even verderop aan de Stammerdijk staat een unieke molen: wipstellingmolen ’t Haantje. De meeste wipmolens in Nederland zijn poldermolens, grondzeilers, waarmee polders werden bemalen om te voorkomen dat ze onder water liepen. Maar wipmolens werden soms ook wel ingezet voor andere doeleinden zoals het malen van graan. Van deze wipkorenmolens zijn er slechts twee bewaard gebleven, één in Hazerswoude-Dorp en één in Weesp. Al in 1626 stond op deze plaats een wippoldermolen voor het bemalen van de Kostverlorenpolder. Deze werd in 1817 gesloopt en drie jaar later vervangen door de uit Amsterdam afkomstige marmerzaagmolen De Haan, de eerste als industriemolen gebouwde wipstellingmolen van Nederland. In Weesp ging De Haan verder als mout- en later korenmolen. In 1896 kocht Casparus van Houten de stilgevallen molen om hem als sieraad voor Weesp te behouden, maar mogelijk ook voor reclamedoeleinden. Het bijbehorende huis verhuurde hij voor een rijksdaalder per week. De aankoop door Casparus bezorgde ’t Haantje de bijnaam ‘cacaomolen’, maar dat had met de functie van de molen niets te maken. Eén van de huurders was in de jaren twintig de Weesper kunstschilder Thom Posthuma sr die de molen samen met beeldhouwer Maas inrichtte als atelier. ’t Haantje bleef tot 1943 in handen van de firma Van Houten. Daarna ging hij, verbouwd tot woonhuis, in particuliere handen over. Eén van de bekendste bewoners was in de jaren zeventig de quizmaster Fred Oster. De huidige eigenaar liet het molengedeelte van het pand (de rietenkap en het molenhuis), inmiddels ondergebracht in een stichting, in het begin van deze eeuw grondig restaureren. De molen kan nu weer draaien, maar er is geen binnenwerk meer aanwezig. Bij bijzondere gelegenheden is de molen geopend.